Stel, je hebt een idee voor een mobiele applicatie. Waar moet je dan rekening mee houden? Je hebt een idee en een doelgroep voor ogen. Maar hoe krijg je dat idee op de telefoons van je doelgroep? Hoeveel gaat het je kosten en hoe lang duurt het voordat je resultaat ziet?
De antwoorden op bovenstaande vragen kunnen sterk variëren, afhankelijk van de oplossing die je kiest. Je kunt kiezen voor een native, hybride of webaanpak, elk met zijn eigen voor- en nadelen.
Het mobiele landschap wordt al jaren gedomineerd door Android en iOS apparaten. Samen zijn ze goed voor 98% van de mobiele bezoekers. Als je je doelgroep wilt bereiken, moet je ervoor zorgen dat je app werkt op deze twee platforms. Dit is waar native ontwikkeling om de hoek komt kijken.
Eenvoudig gezegd betekent native ontwikkeling dat je een applicatie ontwikkelt met de ontwikkeltools en taal die beschikbaar zijn voor een bepaald apparaat of platform. Hierdoor worden native applicaties toepassingen in hun puurste vorm. Ze presteren goed en volgen de (ontwerp)standaarden van het platform, zelfs wanneer het besturingssysteem wordt bijgewerkt naar de nieuwste versie. En natuurlijk hebben ze toegang tot alle functies van de telefoon. Standaarden en prestaties zijn essentieel voor de gebruikerservaring. Kortom, je kunt zeggen dat een native applicatie de beste resultaten oplevert. Maar dat is nog niet alles.
Omdat elk platform in een andere taal is geprogrammeerd (Objective-C of Swift voor iOS en Java voor Android applicaties), moet je dezelfde app voor elk platform herschrijven. Dit is natuurlijk niet erg efficiënt en kan de kosten aanzienlijk verhogen.
Native apps kunnen worden gedownload uit de verschillende app stores. Maar voordat je ze kunt downloaden, moet je ze eerst binnenhalen. Als je een Android app in de Google Play Store wilt krijgen, gaat dat vrij snel en eenvoudig. Maar als je een app ter download wilt aanbieden in de Apple App Store, kan het even duren voordat deze is goedgekeurd. Er komt heel wat bij kijken om het goedgekeurd te krijgen.
Technisch gezien is een webapp gewoon een website die je opent via je browser. Het mooie is dat alle apparaten hem kunnen openen, dus je kunt gemakkelijk een heel groot publiek bereiken. Als je een webapp responsive maakt, kunnen gebruikers met tablets, laptops, desktops, enz. het meeste uit je app halen. Bovendien hoeven gebruikers de applicatie niet up-to-date te houden via de App Store: telkens als iemand de website bezoekt, wordt automatisch de nieuwste versie geladen. Je hoeft de app dus maar één keer te bouwen en updates worden centraal afgehandeld.
In tegenstelling tot native en hybride apps zijn webapps niet beschikbaar in de verschillende app stores. Hierdoor is installatie vrijwel onmogelijk en mis je de promotie en andere voordelen van de stores. Aan de andere kant is het voordeel dat je het hele app store proces kunt overslaan.
Zoals de naam al zegt, is een hybride app een kruising tussen een native app en een webapp. Eenvoudig gezegd betekent dit dat je een applicatie bouwt met behulp van webapp technologieën en dan een tussenlaag toevoegt om de code een native look en feel te geven. Hierdoor kunnen hybride apps net als native apps worden geïnstalleerd via een app store en moeten ze op dezelfde manier worden ingediend en bijgewerkt. Maar ze hebben maar één codebasis, dus je hoeft de app niet voor elk platform opnieuw te bouwen. De middelste laag geeft je ook toegang tot alle native componenten van de telefoon. Het beste van twee werelden.